1921-24
a. risalietbekroning: ‘De geboorte van de daad’
Bovenaan het gebouw staan twee identieke beeldhouwwerken die elkaars spiegelbeeld zijn. De voorstelling ‘De geboorte van de daad’ is over drie vlakken verdeeld. Ongetwijfeld wordt daarmee de goede daad bedoeld die tot het geluk van de mensheid moet leiden. Het kind onder aan de muur stelt de geboorte van de daad zelf voor. Het rust tegen een grote vrouwenkop die de zachtheid voorstelt. Vlak daarboven stelt een streng uitziende mannenkop de bezonnenheid voor. Vlak boven het kind is een tegen de muur zittende mannenfiguur te zien die zijn gebogen hoofd met zijn hand ondersteunt (de twijfel). Meer van de muur af zijn trapsgewijs drie mannenfiguren te zien. De onderste kijkt nog neer op het kind. De tweede werpt al een blik over de Jozef Israëlskade en de derde leidt het paard; hij is degene die het geluk van de daad zelf kent.
Weiberner tufsteen (inmiddels graniet), 420 cm
b. gevelstenen:
.staande vrouw met geknielde man
. V-vorm met slangenmotief
Boven de ramen van de derde verdieping zijn gevelstenen aangebracht voorstellende een staande vrouw, het hoofd steunend in haar hand, met onder haar een half liggende, half knielende man. De tussenliggende gevelstenen vertonen een V-vormige figuur met aan weerszijden een slang.
tufsteen (inmiddels graniet), 60 cm
c. 2 hoekstenen onder middenrisaliet: ‘De greep naar het schone’
Onder links en rechts bij de hekken aan de Jozef Israëlskade spiegelende hoekstenen van een man met tussen zijn opgeheven armen een vogel.
tufsteen (inmiddels graniet), 102 cm
d. 2 zuilkapitelen naast hoofdingang:
Zowel links als rechts dezelfde afbeelding in spiegelbeeld ‘’ , het veel koppige monster dat door de Griekse held Heracles werd verslagen.
tufsteen 65 cm
e. tegels
Een tableau, bestaande uit kleinere reliëftegels, is in zijn geheel voorstellingsloos, maar op de afzonderlijke tegels zijn geabstraheerde mens en dierfiguren te zien.
donkerbruine grès (ESKAF), 5×10 cm
e. ajourtegels
Tussen de ramen van de tweede en derde verdieping zijn ajourtegels geplaatst met voorstellingen van een zittende vogel, een springende gazelle, een staande vos, een hurkende faun en een papagaai.
donkerbruine grès (ESKAF), 20 cm
f. deurkalf boven hoofdingang: ‘De Mens’ of ‘Pan te midden van het heelal’
Van links naar rechts zijn te zien: wolken, een berg, zittende leeuw, heuvels, bomen, een berg en wolken. In het midden staat Pan met zijwaarts gestrekte armen.
teakhout, 42 cm
architect: A.J. Westerman
Hildo Krop maakte beeldengroepen voor twee monumentale schoolgebouwen, een H.B.S. (Hogere Burgerschool) en een O.H.S. (Openbare Handelsschool) aan de P.L. Takstraat / Jozef Israëlskade die in elkaars spiegelbeeld gebouwd zijn. De twee gebouwen zijn samengevoegd tot het huidige Berlage College. De ornamentiek aan deze gebouwen behoren tot de grotere en meer complexe werken van Krop. De risalietbekroningen zijn elk ongeveer 2,5 meter breed en diep en 3,5 meter hoog. Aan ieder gebouw zijn twee groepen met dezelfde, spiegelbeeldige voorstellingen geplaatst. Op het westelijke gebouw, de 1e H.B.S. met 3 jarige cursus, is de ‘Geboorte van de Daad’ voorgesteld. Helaas hadden de sculpturen zeer geleden door de klimatologische omstandigheden. De beelden staan door hun hoge positie volop bloot aan regen en wind. De gebruikte tufsteen bleek weinig bestand tegen deze omstandigheden en de verwering was in een zeer vergevorderd stadium. Verschillende delen (koppen) waren in de loop van de tijd al los geraakt. De beelden waren er dermate slecht aan toe dat van enige vorm van restauratie geen sprake meer kon zijn. Derhalve werd besloten om tot replicatie over te gaan in duurzamer graniet. De originelen beelden werden gedemonteerd en naar het ambachtelijk beeldhouwatelier van Ton Mooy in Amersfoort getransporteerd. Daar werden de ontbrekende delen met behulp van historische foto’s opgewerkt met gips. Van deze ‘tijdelijk gerestaureerde’ originelen werden zo exact mogelijke granieten kopieën gemaakt.
bronnen: Kunst aan de straat , redactie Joost de Wal, 2009;
Een Amsterdamse School, Ger van Berlo e.a., 2005