Begraafplaats Zorgvlied, Amsteldijk 273, Amsterdam
1949

geknield vrouwenfiguur met kind
Franse kalksteen (Pouillenay), 73 cm
Grafmonument van Mevrouw Johanna Helena Mathilda Maria Sarphati – Stoelinga. Zij was geboren op 4 maart 1903 en overleden 13 januari 1949. Haar echtgenoot, Abraham Sarphati (1897-1974) heeft ook hier zijn rustplaats gevonden.
Mevrouw Sarphati-Stoelinga overleed op jonge leeftijd, ze was 46 jaar. Abraham Sarphati, echtgenoot van de overledene, heeft Hildo Krop verzocht een grafmonument voor zijn overleden vrouw te ontwerpen. Het beeld zou gemaakt zijn naar een foto of tekening, waar Johanna Sarphati-Stoelinga haar jongste zoon Leo op haar schoot heeft. Het is bekend dat Krop vaak voor opdrachten eerst keramische studies maakte, wat bij dit beeld dus ook gebeurde. Hij maakte voor dit monument zelfs twee keramische studies. Naast een 66 cm. hoge polychrome voorstudie van gebakken aarde, welke zich in de collectie van het Hildo Krop Museum bevindt, bestaat er nog een veel kleinere (15 cm.) polychrome keramische studie van dit monument, welke in bezit is van een van de kleinkinderen van Sarphati. Bij de definitieve opdracht van het grafmonument, gaf Krop deze kleine keramische studie ten geschenke aan Abraham Sarphati.

voorstudie 66 cm (Hildo Krop Museum)

voorstudie 15 cm (familie Sarphati)
Wat de relatie was tussen Abraham Sarphati en Hildo Krop is niet duidelijk. Krop kreeg regelmatig (soms via via) opdrachten van particulieren. Abraham Sarphati was in die tijd notaris/accountant en woonde op de Nicolaas Witsenkade in Amsterdam. Hoogst waarschijnlijk hadden zij uitsluitend een zakelijke relatie.
Het graf van Mevrouw Sarphati-Stoelinga is als volgt te vinden:
Neem de rechter ingang van Zorgvlied ‘Chalet’. Bij binnenkomst direct links aanhouden (langs het hek) richting crematorium – Fluwelen hoofdlaan op. Na Fluwelen hoofdlaan rechts aanhouden: naar Ommegang – 4de ingang links – 2de graf links
bron: J. van Boom (familie Sarphati)
Zorgvlied, Amsteldijk 273, Amsterdam
1924-25


Franse kalksteen (Pouillenay), 157 cm
Voor het Hollandse paviljoen van de wereldtentoonstelling ‘Exposition des arts décoratifs et industriels modernes’ in Parijs maakte Hildo Krop een aantal beeldhouwwerken. Na afloop van de tentoonstelling werd het paviljoen afgebroken. De beelden werden aan de kunstenaar teruggegeven. Een van deze beelden is ‘De eeuwige vrouw’, symbool voor de vrouw als middelpunt van het gezin. Het beeld bevindt zich op begraafplaats Zorgvlied op het graf van de kunstenaar. Zijn vrouw en dochter Helen zijn bijgelegd resp. in 1981 en 2001.
Het beeld is een typisch Krop-sculptuur van een vrouwfiguur met een zogenaamde ‘geknakte nek’. De symboliek hierbij is eenvoudig te verklaren: deze eeuwige vrouw moet gezien worden als een vruchtbaarheidssymbool – al het leven komt hier uit voort. In haar rechterhand houdt zij een appel, wat ook weer verwijst naar Eva, de oermoeder. De geknakte nek staat symbool voor zorgend, zorgdragend.

Het graf van Hildo Krop is op Zorgvlied te vinden in het deelgebied: 1.3 – Zocher-Rechts (nummer 35 op de kaart).
Neem de rechter ingang van Zorgvlied ‘Chalet’. Bij binnenkomst direct links aanhouden (langs het hek) richting crematorium – Fluwelen hoofdlaan op. 5de ingang rechts (bij infobordje) – 8ste grafplaats rechts
Ook liggen hier twee collega beeldhouwers van Krop: Han Wezelaar (nr.10) en Cor Hund (nr.21).

bron: Wandelen over Zorgvlied, Marcel Bergen/Irma Clement, 4e druk
Cours de la Reine, Parijs
1924-25

1. De eeuwige vrouw

2. Mensenpaar


3. en 4. vrouwenkop en mannenkop
Franse kalksteen (Pouillenay), resp. 157 cm (1,2); 57 cm (3,4)


5. maskerkoppen
1. Actie naar binnen
2. Actie naar buiten
gepolychromeerd en verguld hout, 46 cm (elk)
architect: J.F. Staal




In 1924-25 werden Hildo Krop, Lambertus Zijl, Joseph Mendes da Costa en John Rädecker ingeschakeld om beeldhouwwerk te maken voor het Hollandse paviljoen van de wereldtentoonstelling ‘Exposition des arts décoratifs et industriels modernes’ in Parijs. Het paviljoen van architect Jan Staal was geheel in de stijl van de Amsterdamse School opgetrokken in baksteen en versierd met gemetselde decoraties. Krop woonde en werkte gedurende zijn arbeid een half jaar in het woonhuis-atelier van de beeldhouwer Osip Zadkine. Ook in Parijs ging hij, zoals hij gewend was, gekleed in een wijde broek, een boezeroen met bretels en op klompen. Met een hoedje en een stofbril op, zag hij er uit als ‘een zeer bijzondere werkman, in het geheel niet de pathetische artist uit de binnenkamers, zoals de Franse arbeider zich die denkt’, zoals een aanwezige journalist signaleerde. In deze uitdossing ontving hij ook de tentoonstellingscommissie, die de voortgang van het werk in ogenschouw kwam nemen. Krop hakte voor het exterieur van het paviljoen de twee beeldhouwwerken ‘De eeuwige vrouw’ en ‘Een mensenpaar’, die pijlers aan de achterzijde bekroonden. Twee koppen sierden de uiteinden van stenen balken. Verder sneed Krop twee maskers in hout, die werden gepolychromeerd en deels verguld, en bevestigd waren aan de uiteinden van balken aan het exterieur.
Ook bij de tentoongestelde werken had Krop een aandeel. Zie hiervoor V44.

Na afloop van de tentoonstelling werd het paviljoen afgebroken. De beelden werden aan de kunstenaar teruggegeven. ‘De eeuwige vrouw’ bevindt zich op begraafplaats Zorgvliet op het graf van de kunstenaar en zijn vrouw. ‘Mensenpaar’ is ondergebracht in beeldentuin van Museum Arnhem. De mannen- en vrouwenkop hebben een plaats gevonden als langdurige bruikleen in het Hildo Krop Museum in Steenwijk. De houten maskerkoppen, met de titels ‘Actie naar binnen’ en ‘Actie naar buiten’, bevinden zich in een particuliere collectie.