Tagarchief: winkelman & van der bijl

V 14 – Gier

verblijfplaats onbekend

1917

ijzer, 23,5 cm

Bij het werk aan het Scheepvaarthuis (B3) kwam Hildo Krop naast veel steensoorten, ook in aanraking met verschillende metaalsoorten, zoals koper, brons en ijzer. Het vele siersmeedwerk aan de hekken, trappen en lampen aan het Scheepvaarthuis werd vervaardigd door het atelier H.J. Winkelman & Van der Bijl in de Amsterdamse Westerstraat. Na het beëindigen van het werk aan dit gebouw in 1916 had de jonge beeldhouwer tijd om modellen te ontwerpen voor dit atelier. Rond de jaren twintig ontwierp Krop meerdere modellen van siervoorwerpen en klokken voor Winkelman & Van der Bijl. Hoewel het niet zeker is, mogen we aannemen dat ook deze gier is ontworpen voor dit atelier. Van deze ijzeren vogel werden 3 exemplaren vervaardigd.

Fluitspelende faun aan de waterkant

ca. 1920/25

particuliere collectie

brons, 13 x 30 x 12 cm

Dit siervoorwerp ontwierp Hildo Krop  begin jaren twintig voor het atelier H.J. Winkelman & Van der Bijl in de Amsterdamse Westerstraat. Dit atelier voor siersmeedkunst kende Krop als vervaardiger van het hekwerk en het siersmeedwerk van trappen en lampen aan het Scheepvaarthuis. Het ontwerp van deze faun, fluitspelend aan de oever van een visrijk stroompje, was een model om als serie in brons te laten vervaardigen. Hoeveel exemplaren er uiteindelijk zijn gemaakt is niet bekend.

V 38 – Le Sacre du Printemps of Het Jonge Leven – Amsterdam

Particuliere collectie

1920

brons, 72 cm

Na honderd jaar is het beeld Le Sacre du Printemps of Het jonge leven van Hildo Krop erg geoxideerd. Het bronzen kunstwerk heeft namelijk jarenlang in de buitenlucht gestaan. In 2019 is het beeld gerestaureerd bij de firma  Binder in Haarlem, waarbij de overmatige oxidatie is verwijderd. Dit bedrijf is dezelfde bronsgieterij waar het beeld oorspronkelijk is gegoten (destijds was de naam Bronsgieterij de Plastiek te Bloemendaal).

Het beeld, ontworpen voor de firma Winkelman & Van der Bijl, laat een man en een zwangere vrouw met vruchten zien, staande op een kop van een uil.

Van het mannenfiguur bestaat een bronzen studie. Dit beeld bevindt zich in een particuliere collectie.

Van het beeld ‘Le Sacre du Printemps’ en dan met name de uilenkop waar het paar op staat, doet sterk denken aan een ander beeld (niet toegeschreven aan Hildo Krop), dat niet ver van Krop’s oude atelier aan de Plantage Muidergracht staat. Op het J.W. van Overloopplantsoen staan naast een muurfontein twee koppen uit 1924 voorstellende Dag en Nacht.

Op 12 juli 1922 besluit de Gemeente Amsterdam steun te verlenen aan noodlijdende kunstenaars. Een bedrag van tienduizend gulden wordt tot dit doel beschikbaar gesteld. Er worden verschillende opdrachten verleend aan Amsterdamse  kunstenaars. Ook John Rädecker krijgt een opdracht om een fontein te creëren aan het J.W. van Overloopplantsoen. De beeldhouwer vindt dat hij niet noodlijdend is en gaat niet in op het verzoek. Hierna wordt de opdracht aangeboden aan Theo van Reijn. Hij vraagt de gemeente hiervoor een voorschot. Deze beeldhouwer vindt het bedrag wat hem wordt aangeboden te laag en ziet af van de opdracht. Na overleg tussen de gemeente en Van Reijn komt men tot een compromis: Theo van Reijn maakt een ontwerp en de assistenten van Hildo Krop voeren het werk uit.

Krop heeft gedurende zijn carrière als beeldhouwer vrijwel altijd assistenten in dienst gehad om zijn werk vóór te hakken. Dat was geen luxe, want Krop kreeg zoveel opdrachten, dat hij deze zonder assistenten nooit  in één mensenleven had kunnen vervaardigen. Inmiddels zijn we twee jaar verder als Theo van Reijn met een ontwerp komt voor de fontein, dat door Krop’s assistent Toon Rädecker uitgevoerd moet worden. Het ontwerp van Van Reijn blijkt echter veel te duur en er ontstaat een impasse. De afdeling Kunstzaken van de gemeente vindt het allemaal veel te lang duren en wil de opdracht intrekken. Dan laat Krop ineens weten dat Toon Rädecker het werk al af heeft.

Waarschijnlijk had Krop zelf de knoop al doorgehakt en het ontwerp van Van Reijn terzijde geschoven en een nieuw ontwerp gemaakt of heeft Toon Rädecker een voorbeeld uit Krop’s atelier gebruikt. In het atelier stond namelijk het gipsen model van Le Sacre du Printemps of Het Jonge Leven gedurende de periode dat Toon Rädecker aan de fonteinbeelden werkte. Als we de kop van de uil van Krop’s beeld vergelijken met de koppen van de fontein van het Van Overloopplantsoen, kunnen we niet uitsluiten dat Le Sacre du Printemps van Krop model heeft gestaan voor de beelden Dag en Nacht.

Bronnen: Overheid en kunst in Nederland,Emanuel Boekman, 1939;  Gemeente Archief Amsterdam; Ton Heijdra

V 36 – Condor

particuliere collectie

1920

brons 9 cm

Hildo Krop heeft dit sculptuurtje ontworpen voor Winkelman & van der Bijl, Amsterdam. In maart 2019 werd het bronzen beeldje aangeboden bij Botterweg Actions in Amsterdam met de titel “Lammergier”. Het beeldje toont sporen van verguldsel, wat duidt dat het oorspronkelijk was verguld.
Dit is een bijzonder werkje in het oeuvre van Krop, in die zin dat de vogel  nogal geabstraheerd is, iets wat je bij hem niet veel tegenkomt. Vergelijk deze Condor met bijvoorbeeld de Gier (V14), een naturalistisch ijzeren beeld van 23,5 cm van drie jaar eerder.

V 37 – Faun omringd door vogels

particuliere collectie

ca. 1920

faun met raven - foto: particuliere collectie

gegoten in hard lood/zink, 116 cm

Dit fonteinfiguur, geplaatst op de rand van het bekken, werd gemaakt voor fa. Winkelman en Van der Bijl.
Er bestaan twee exemplaren van dit werk. Een exemplaar was in bruikleen bij het Singermuseum in Laren, maar werd in 1990 verkocht. De tegenwoordige verblijfplaats is onbekend.

Vlak na de Eerste Wereldoorlog kwam Gertrud Leistikow (1885-1948) naar Nederland en introduceerde hier de moderne ofwel ‘Duitsche’ dans. Leistikow bedacht haar eigen dansen zonder gebruik te maken van de ballettechniek. Ook danste zij regelmatig met maskers van o.a. Hildo Krop. Bijzonder in dit verband is haar Faundans. In een ‘stille’ film van Maurits Binger (Filmfabriek Hollandia) uit 1914 met de titel Gertrude Leistikow danst op Groenendaal, laat de danseres een suggestieve Faundans zien, waarin ze aan de rand van een bron een ‘dolle’ dans ten uitvoer brengt. Jacobien de Boer suggereert in haar Leistikow-boek Dans voluit, dat is leven (2014), dat Krop wellicht voor het maken van deze ‘vrouwelijke faun met vogels-fontein’ geïnspireerd raakte door deze Faundans.  

Me 22 – Klok met twee wierookbranders

Naast particuliere collecties, bevinden zich exemplaren in de collecties van het Stedelijk Museum, Amsterdam; Museum Het Schip, Amsterdam; Princessehof, Leeuwarden en Museum Boijmans-van Beuningen, Rotterdam

ca. 1920

klok met faun en wierookbranders - foto: botterweg auctions amsterdam - 2014foto: Botterweg Auctions, Amsterdam

a. klok met faun: wijzerplaten en cijfers verschillen van kleur en er zijn twee typen slingers (kronkelende slang en slang in achtvorm)
38x33x15 cm
wierookbrander met vosje en kraai onder cypres - foto: botterweg auctions amsterdam - 2014wierookbrander paddenstoelvorm met grote slang en achterom kijkend hert - foto: botterweg auctions amsterdam - 2014
foto: Botterweg Auctions, Amsterdam

b. wierookbrander in de vorm van een cypres, waaronder een vosje en een kraai
21×10, 75×10 cm
c. wierookbrander in de vorm van een paddenstoel, waaronder een grote slang en een achterom kijkend hert
25x18x10 cm

Rond 1920 ontwierp Krop deze klok in de voor de Amsterdamse School zo bekende parabool-vorm.  Voor dit sierlijk klokje plaatste hij een faun half zittend op de klokkast, met naast hem aan de rechterzijde een raaf en links twee slangen. Het ontwerp was een model om in serie te laten vervaardigen door het atelier H.J. Winkelman & Van der Bijl uit de Amsterdamse Westerstraat. Dit atelier voor siersmeedkunst kende Krop als vervaardiger van het hekwerk en het siersmeedwerk van trappen en lampen aan het Scheepvaarthuis. Voor de uitvoering van deze klok maakte Winkelman & Van der Bijl verschillende varianten in geoxideerd ijzer, groen gepatineerd brons, smeedijzer en rood koper. Ook bestaat er een grote variëteit in de uitvoering van de wijzerplaat: er zijn zeker drie verschillende typen geweest met diverse bewerkingen: glad en beschilderd (bruin met witte cijfers), geëmailleerd in verschillende kleuren, zoals oranje, groen, paars en gevlamd met weer een ander type cijfers. Krop ontwierp bij deze klok ook twee verschillende wierrookbranders, één met een vos en een raaf en de ander met een slang en een hert. Er bestaan veel minder wierrookbranders dan klokken, waardoor het idee bestaat dat de klok ook zonder deze pendanten aangeschaft kon worden, of alleen bij bepaalde, luxere uitvoeringen van de klok (brons, koper), werden geleverd. Een mooi overzicht van deze verscheidenheid aan uitvoeringen was te zien in de zomer van 2016, gedurende de tentoonstelling Wonen in de Amsterdamse School in het Stedelijk Museum in Amsterdam.

klokken in stedelijk museum - foto: loek van vlerken 28 juni 2016

pendule 1917
foto: NRC Handelsblad 17.03.1989

Krop ontwierp  in 1915 ook al een klok met een faun voor zijn zwager A. Polak (Me 6). Deze klok was te zien op de tentoonstelling Europese Art Deco in Brussel in 1989. De uitvoering van dit eikenhouten uurwerk werd verzorgd door de Firma Nusink & Co. te Amsterdam.

bronnen:
NRC Handelsblad, Cultureel Supplement, 17.03.1989
Wonen in de Amsterdamse School, Ingeborg de Roode en Marjan Groot, Stedelijk Museum, 2016