Gerrit van der Veenstraat 99, Amsterdam
1928-30

beeldjes tussen de bogen aan de lange zijde van de gymzaal
a. pijlerbekroning zijde Anthonie van Dijckstraat:
wijdbeens staande man met opgerold document in rechterhand
Franse kalksteen, ca. 100 cm (volgens TNO- Geologische Dienst Nederland is dit onjuist. Naar de mening van deze dienst is het beeld gehakt uit Duitse tufsteen (vulkanische steen uit de Eifel).



b. 2 beelden op toren:
1. man met sikkel en pikhaak
2. Amor
brons, 130 cm



c. beeldjes aan baksteen-bogen zijde Rubensstraat:
1. de schilder Jan Sluyters
2. opspringend hert
3. springend paard
gebakken aarde, ca 52 cm



d. beeldjes tussen bogen, lange zijde gymzaal:
1 clown op gymnastiek toestel (4x)
2. staand meisje met roeispaan (3x en 1x aan de Gerrit van der Veenstraat)
3. staand meisje met tennisracket (3x)
gebakken aarde, 44 cm
e. beeld boven fontein op pijler:
faun
gebakken aarde, 94 cm
verloren gegaan
f. sproeier in de vorm van faun met slang boven bassin
gebakken aarde, 65 cm
verloren gegaan
architect: N. Lansdorp

Het gebouw van de voormalige HBS voor meisjes (nu Gerrit van der Veen College) aan de Gerrit van der Veenstraat in Amsterdam telt een groot aantal kunstwerken. Naast de twee beelden van Han Wezelaar en Paul Koning bezit het gebouw beeldhouwwerken van Hildo Krop.
De ingang van het gebouw aan de Gerrit van der Veenstraat wordt gemarkeerd door een smalle, hoge toren. Volgens het ontwerp zou aan de linkerzijde van deze toren een tweede school gebouwd worden, maar werd niet uitgevoerd. Bovenop de toren staan twee bronzen beelden van Hildo Krop: een man met sikkel en pikhaak en Amor.
Verder zijn er aan de gevel verschillende beeldjes van gebakken aarde. In 1925 boetseerde Krop voor zijn zoontje een olifant en bakte het daarna in de potkachel. Hij vond dat zo leuk dat hij, om de techniek beter te kunnen beheersen, een jaar lang keramiek lessen ging volgen in de Quellinusschool in Amsterdam. De techniek ging hij regelmatig toepassen bij opdrachten van de gemeente aan verschillende gebouwen. Ook het nieuwe Gemeentelijke Middelbare Meisjesschoolgebouw voorzag hij aan alle kanten met kleine beeldjes van gebakken aarde. Aan de Gerrit van der Veenstraat, vlak bij de hoek met de Rubensstraat: een meisjesfiguur. In de Rubensstraat: De schilder Jan Sluijters, een opspringend hert en springend paard. In de Anthonie van Dijckstraat plaatste hij een serie beeldjes tussen de bogen aan de lange zijde van de voormalige gymzaal: Clown op gymnastiektoestel, Staand meisje met roeispaan en Staand meisje met tennisracket.
In de Anthonie van Dijckstraat is ook nog een kalkstenen beeldje te vinden: een staande man met rol in rechterhand. In de tuin heeft ook nog een fontein gestaan met een faunfiguur en een sproeier in de vorm van een faun met slang boven het bassin. Dit werk is verloren gegaan.
Het blijkt echter dat er nog meer beeldhouwwerk van Krop aan dit gebouw gezeten heeft, gezien de krantenfoto uit de Telegraaf van 19 juli 1930 die net na het voltooien van het pand genomen is. Een meisje met een hertje aan haar voeten en hoger aan de toren staat een man die een vogel laat vliegen. Van dit laatste beeld zijn nog resten aan de toren waarneembaar.

Tot de Tweede Wereldoorlog huisde in het gebouw deze Gemeentelijke HBS voor meisjes. Gedurende de bezetting hebben de Duitsers in 1940 het pand in beslag genomen en tot hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) gemaakt. Op 26 november 1944 werd het gebouw getroffen door een geallieerde bomaanval, die beperkte schade aan dit gebouw aanrichtte, maar vooral zo’n dertig huizen verwoestte.
Mijn oorspronkelijke vermoeden dat de pijlerbekroning aan de toren bij dit bombardement verloren is gegaan blijkt niet juist. Een foto uit het Stadsarchief van ca. 1951 laat het herstelwerk van het bombardement zien.

De foto toont dat het beeld aan de toren hier nog aanwezig is. Waarschijnlijk is er sprake van verval. Krop gebruikte vermoedelijk voor dit beeld inferieure Franse kalksteen of Duitse tufsteen, net als de pijlerbekroning aan de Anthonie van Dijckstraat. Ook dit beeld van een wijdbeens staande man met opgerold document in rechterhand is niet in al te beste staat. De foto van januari 2011 laat het opgerold document nog zien; op de foto van augustus 2018 blijkt er alleen nog een stompje arm overgebleven.

Vanwege het oorlogsverleden werd de straat, die voor en tijdens de oorlog Euterpestraat heette, na het einde van de oorlog hernoemd naar de beeldend kunstenaar en verzetsstrijder Gerrit van der Veen.
bronnen: Wikipedia; Delpher; TNO- Geologische Dienst Nederland.