Buurtweg 11, Wassenaar
1939





2 staande figuren:
jonge boer en boerin
op 2 bewerkte consoles
beelden: brons, 65 cm
consoles: teakhout, 35 cm
architect: F.A. den Tex
In 1939 bouwde architect F.A. den Tex een woonhuis met een dienstwoning in opdracht van Baron van Wassenaar. Den Tex vroeg Hildo Krop om voor de gevel van de villa versieringen te maken. Krop maakte twee bronzen beelden, een jonge boer en een jonge boerin. Deze beelden stonden op teakhouten consoles, door Krop voorzien van houtsnijwerk welke twee vrouwfiguren voorstelde.
Bij een verbouwing aan de villa eind jaren tachtig van de vorige eeuw werden de consoles verwijderd. De timmerman die het houtsnijwerk demonteerde mocht de kunstwerken gratis meenemen. De bronzen beelden waren echter niet meer aanwezig.
In 2014 doken de consoles weer op en werden te koop aangeboden op internet. De koper had het vermoeden dat de maker Hildo Krop zou kunnen zijn en trok dit na bij het Hildo Krop Museum in Steenwijk. Zijn vermoeden bleek juist. Het Hildo Krop Museum was in het bezit van twee gipsen studies van dit houtsnijwerk. Eind 2018 werden de consoles weer aangeboden op Marktplaats. Van de bronzen beelden is echter geen spoor. Alleen een foto in het archief van het Hildo Krop Museum laat zien dat er eens beelden op de consoles hebben gestaan.

Museum Het Schip, Oostzaanstraat 45, Amsterdam
ca. 1930

middendeel ajourreliëf

jong paar

vogels

twee paarden

twee hertjes

vissen en vogels

hertje en scheepje
‘de volle rijkdom van de natuur’
eikenhout met coromandelhout (reliëfs)
reliëf: 270 cm
de kast is verloren gegaan
Rond 1930 ontwierp Hildo Krop een ajourreliëf als versiering van een boekenkast voor een (onbekend) jong Amsterdams echtpaar, dat in Hilversum ging wonen in een door architect F.A. den Tex ontworpen villa. Na zo’n vijfentachtig jaar in diverse interieurs te zijn gebruikt , werd in 2015 het reliëf in slechte staat op ‘Marktplaats’ aangeboden. Het in een vurenhouten lijst geplaatste reliëf was op een aantal plekken gebroken met het gevolg dat het werk uit meerdere losse stukken bestond. Het kunstwerk werd door Museum Het Schip aangekocht en is vakkundig hersteld door Margreet Buehre-Andriessen en tevens door haar van een nieuwe eikenhouten lijst voorzien.
Over de historie van het kunstwerk is niet veel meer bekend dan wat in de oeuvrecatalogus Hildo Krop van E.J. Lagerweij-Polak staat. Hierin wordt gesproken over een eikenhouten boekenkast met een ajourreliëf van coromandelhout. Hierop staat een jong paar omgeven door dieren en planten waarvan de titel ‘De volle rijkdom van de natuur’ is.
Het reliëf is te zien als onderdeel van de vaste collectie van het Museum Het Schip.
Apollolaan 1, Amsterdam
1928







Veertien gevelstenen:
1. faun met harmonica en teckel
2. vrouw met ster
3. wezel
4. vrouw met kelkbloem
5. vos
6. bok
7. boogschutter
8. reiger
9. bloem
10. slang
11. kelkbloem
12. paard met ster
13. roofvogel met ster
14. man met opgeheven handen, vogel en bloemen
Franse kalksteen, 60 cm
architect: F.A. den Tex


foto: Hildo Krop Museum, Steenwijk

Deze villa aan de Apollolaan 1 uit 1928 van de architect W.A. den Tex, wordt gekenmerkt door veel authentieke stijlkenmerken. In een van de slaapkamers bevindt zich een raam ontworpen door Gerrit Rietveld. De veertien gevelstenen zijn ontworpen en gebeeldhouwd door Hildo Krop. De vorm van de stenen is geïnspireerd op de bewerkte kubussen, die de architect Den Tex in India had gezien. Krop heeft de architect De Tex op een bijzondere manier willen vereeuwigen door hem onder de prominente faun als teckel af te beelden. Ook de opzichter van de bouw, Van Wezel, kreeg een afbeelding: een wezel. Krop hakte de beelden rechtstreeks in de steen, waardoor de gevelstenen gaandeweg ontstonden (taille directe).

In één van de scenes van The only Jealousy of Emer van Yeats, een maskerspel dat in 1922 in Amsterdam onder leiding van Albert van Dalsum was opgevoerd en waarvoor Hildo Krop de maskers had ontworpen (Ma 2), kwam een vrouw voor met een lelie. Haar verschijning sprak Krop zo aan dat hij haar in 1928 uitbeeldde op één van de 14 gevelstenen voor de villa aan de Apollolaan. Omdat Krop deze reliëfs ‘taille directe’ hakte, bleek dat de bloem ten opzichte van de hand niet de juiste verhouding had, zodat de kelkbloem hier meer op een hoed lijkt. In 1934 gebruikte hij dit motief nog een keer, dit keer op een bronzen penning (P 8).

bron: Hildo Krop Penningen, Pieter Jonker/Emmy Lagerweij-Polak