Dit ‘Vrouwelijk naakt’ uit 1930 van Franse kalksteen (steengroeve Dom Rémis Jaspé) bevindt zich in de collectie van het Stedelijk Museum te Amsterdam. Dit museum kocht het beeld in 1934 aan, ter gelegenheid van de tentoonstelling Hildo Krop. Deze overzichtstentoonstelling vond in het Stedelijk plaats naar aanleiding van zijn 50ste verjaardag. Hildo Krop heeft voor dit werk verschillende voorstudies gemaakt, waaronder een beeld van wit geglazuurde keramiek, 78,5 cm (zie nummer V 85).
Ook het Hildo Krop Museum is in het bezit van een studie van dit vrouwelijk naakt. Hier hebben we te maken met een gipsen beeld. Interessant hierbij is dat op het hoogste punt van deze gipsen studie de ‘knobbel’ nog aanwezig is. Dit punt is het primaire coördinatiepunt voor het punteerinstrument van waaruit alle metingen en afstanden worden bepaald voor het overbrenging van de vaste maten van het gips op het uiteindelijke materiaal zoals steen. Het punteerinstrument wordt steeds overgezet van gips naar steen en weer terug om de maten over te nemen en te controleren. Op basis van de metingen kan het stenenblok vervolgens worden bewerkt met de beitel. Dit gipsenmodel is overigens niet gebruikt om het kalkstenen beeld V86 te hakken, gezien het verschil van uitstraling van beide beelden en van het verschil van formaat. Het kalkstenen beeld meet 118 cm en het gips slechts 66 cm. Waarschijnlijk heeft Krop het gipsen beeld uiteindelijk alleen gebruikt als model voor het grotere stenen beeld.
Het punteerinstrument is aanwezig in de collectie van het
Hildo Krop Museum en wordt permanent geëxposeerd.
bron: Hildo Krop –
Ontwerpen, schetsen en afgietsels van gips, Pier Terwen, Instituut Collectie
Krop, 2017
Dit terracotta beeldje van een steigerend paardje maakte Hildo Krop waarschijnlijk als voorstudie voor het marmeren paardje dat hij in 1924 maakte. Ook een travertin exemplaar van dit paardje uit 1939, voor Krop’s buitenhuisje in Schoorl, heeft deze studie als voorbeeld. Het Hildo Krop Museum verwierf dit terracotta beeldje eind juni 2017, bij de opening van de tentoonstelling ‘Hildo Krop – Ontwerpen, schetsen en afgietsels van gips’ als geschenk van onderzoeker, adviseur en beeldenrestaurateur Pier Terwen. Hij kreeg dit beeldje destijds van de erven Krop bij de inventarisatie van Krop’s ateliers als dank voor zijn hulp. Tijdens de openingsrede van Terwen bij genoemde tentoonstelling overhandigde hij het paardje aan Wim Heij, voorzitter van het Hildo Krop Museum, met de woorden dat het beeldje naar zijn mening thuishoort in de collectie van het Hildo Krop Museum, omdat alle beelden en voorstudies uit Krop’s ateliers in de collectie van dit museum zijn ondergebracht.
Het beeldje in travertin aan de gevel van Krop’s buitenhuisje in Schoorl (zie ook B 107).
brugversieringen:
a. op de brug, reliëf:
scène uit de ‘Gijsbrecht’ van Joost van den Vondel
Franse kalksteen, 130 cm
b. onder de brug (Vondelpark doorgang) in nissen:
1. staand meisje met pop met aan weerszijden slingerende takken met gnomenkoppen
2. staande jongen met aan weerszijden dierkoppen
Muschelkalksteen, 187 cm
architect: Piet Kramer
De Vondelbrug was al vanaf 1907 een wens van het gemeentebestuur, maar de bouw ervan begon pas in 1940 en kwam meteen alweer door de oorlog stil te liggen. Op 16 oktober 1947 werd uiteindelijk de brug feestelijk geopend en werden de Eerste Constantijn Huygensstraat met de Van Baerlestraat verbonden.
Brug 200, in de volksmond Vondelbrug, was op dat moment het grootste Amsterdamse bouwwerk van na de oorlog. De brug van architect Piet Kramer is gesierd met beeldhouwwerken uit 1942 van Hildo Krop. Op de brug bedacht Krop een tafereel uit de Gijsbrecht, als hommage aan de naamgever van het park. Voor de beelden onder de brug verplaatste hij zich in de gedachten van het kind. Al heel gauw ziet een kind in het donker, en zeker ‘s avonds in het park, allerlei schimmen, enge dieren en griezelige koppen uit het struikgewas tevoorschijn komen. Aan één kant van de onderdoorgang staat een jongen in vrijetijdskleding of schooluniform die zijn armen openhoudt naar de toeschouwer toe. De omlijsting van de nis bestaat uit dierenkoppen, waaronder die van een roofvogel, een zwijn, een tijger en een leguaan. Het meisje aan de overkant draagt dezelfde kleding maar dan met rok. Een kleine harlekijnspop bungelt aan haar hand. Aan weerszijden van de nis steken saterkoppen uit het struikgewas.
Helaas ware de beelden door waterschade dermate aangetast dat ze in 2009 zijn vervangen door replica’s (restaurator Pier Terwen, Leiden). De originelen hadden zo goed als geen reliëf meer. De overblijfselen zijn nog aangeboden aan het Hildo Krop Museum in Steenwijk, maar deze waren in een dermate slechte conditie dat er van afgezien is. In ieder geval zijn onder de Vondelbrug de details van de beelden weer goed te zien.