1921-23
a. dakbekroning:
mannenfiguur
tufsteen, ca. 120 cm
b. consolefiguren:
elektriciteit, scheepsbouw, metaal- en houtbewerking
tufsteen, ca. 250 cm
c. versieringen aan hoofdingang en zijdeuren
. staande vrouwenfiguur met bloemen en gazelle
. staande mannenfiguur met stoomlocomotief en hijskraan
. vogelfiguur aan zijdeur
tufsteen, 250/80 cm
d. gevelstenen, 4 reliëfs:
. vrouw met appels in haar handen
. Inuit’s met peddels
. ijsbeer met ijsbergen
. drie pinguins
tufsteen, 95/140 cm
e. waterspuwers
gebakken aarde, 120 cm
f. tegels
donkerbruine grès (ESKAF)
afmetingen niet bekend
architect: A.J. Westerman
Bij de keuze van zijn motieven liet Hildo Krop zich leiden door de functie van het gebouw en de omgeving waarin het lag. Daarbij hebben de sculpturale voorstellingen aan de representatieve gedeelten van een gebouw, zoals een ingangspartij, vaak een ernstig, educatief karakter. Kleine minder opvallende versieringen, zoals bijvoorbeeld gevelstenen, zijn daarentegen vaak anekdotisch, speels en lichtvoetig van aard. Een goed voorbeeld van Krops aanpak vormt de decoratie van de voormalige gemeentelijke 4de Ambachtsschool aan de Postjesweg in Oud-West. Op consolefiguren is aangegeven welke vakken op de school onderwezen werden: elektriciteit, scheepsbouw, metaal- en houtbewerking. Aan weerszijden van de ingang zijn twee hoge gevelstenen met een man- en een vrouwfiguur geplaatst. De man met als ambachtsemblemen een hijskraan (met in de takels een olifant!) en een stoomlocomotief en de vrouw met bloemmotieven en een gazelle. Beide figuren dragen de helft van het wapen en een inscriptie met het devies van de socialist P.L. Tak ‘ZONDER MOEITE NIETS’. De reliëfs met pooltaferelen met inuit’s, ijsbeer en pinguïns, verwijzen waarschijnlijk naar de zeereizen van de admiralen, naar wie de straten in de buurt genoemd zijn. Ook bij de ESKAF-grèstegels zien we deze symbolen in geabstraheerde vorm terug: ijsberen, pinguïns, zeearenden, maar ook weer ambachten zoals smeden, houtbewerken, machinebouw en elektriciteit .