Tagarchief: stalin

V 106 – Portret van de heer L. – Steenwijk

Hildo Krop Museum, Steenwijk

ca. 1936

de heer ludwik - foto: loek van vlerken 25.09.2017

de heer ludwik - foto: loek van vlerken 25.09.2017

brons, 49 cm

 

Rond 1936 maakte Hildo Krop een bronzen portret van de heer  ‘L’. Deze letter stond voor Ludwik, een communist en zijn werkelijke naam was Ignace Poretsky. Hij was van oorsprong Pools en opereerde als Russisch spion. Naast de naam Ludwik voerde hij ook de schuilnamen Hermann Eberhardt en Ignace Reiss. In 1928-29 woonde hij in Amsterdam en keerde daarna regelmatig terug in Nederland voor spionagewerk voor de Sovjet Unie. Met zijn vrouw en zoontje was hij vanaf 1935 regelmatig te gast bij Hildo Krop in zijn woning aan de Amstel. Ook kwam hij vaak langs in Krops’ atelier aan de Plantage Muidergracht. Ludwiks vrouw, Elsa Poretsky, schreef in haar memoires zeer hartelijk over Krop. Er mag aangenomen worden dat er een goede verstandhouding bestond tussen Krop en Ludwik.

In 1937 bereikte de terreur van Stalin een hoogtepunt. Duizenden vermeende tegenstanders van Stalin werden gearresteerd en doodgeschoten. Ook de top van het Rode Leger werd geliquideerd. Daar waren veel vrienden van Ludwik bij, wat hem aan het denken zette. Uiteindelijk schreef hij een emotionele brief aan Stalin waarin hij brak met Moskou. Ook stuurde hij zijn hoge onderscheidingen terug. Uiteraard moest hij onderduiken en weg uit Holland, maar binnen twee maanden had de Russische geheime dienst hem al weer getraceerd. Hij bevond zich in Zwitserland en het duurde niet lang of hij werd geliquideerd. Meneer Ludwik werd in een dorp vlak bij Lausanne op straat gevonden, met zeven kogels in zijn hoofd en buik.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Krop door de Binnenlandse Veiligheidsdienst aan de tand gevoeld over zijn vriendschappelijke relatie met deze Russische spion. De betreffende BVD-ambtenaar concludeerde dat Krop wellicht Ludwik enige diensten had bewezen, maar dat de relatie hoofdzakelijk berustte op wederzijdse symphatie. “Hildo was geen apparatsjik. Hij was politiek niet zo slim, hij was vooral een idealist..”.

In het boek van Igor Cornelissen, ‘De GPOe op de Overtoom’ over de reconstructie van de wandelgangen van de Russische spion Ludwik, wordt melding gemaakt van het bestaan van een Stalin-buste. Hildo Krop zou het voor het twintigjarig jubileum van de Sovjet Unie hebben gemaakt. Cornelissen schrijft: “In november 1937, twee maanden na de moord op Ignace Reiss (Ludwik red.), huurde de Communistische Partij Holland het Concertgebouw af. ( … ) Het hoogtepunt van de avond werd gevormd door de onthulling van een buste van Stalin die was gemaakt door Hildo Krop. Een door Theun de Vries vervaardigd gedicht werd plechtig voorgedragen.” In de monografie ‘Hildo Krop’ van E.J. Lagerweij-Polak staat echter te lezen dat deze bijeenkomst niet in het Concertgebouw plaats vond, maar in de Apollohal. Ook wordt er gerefereerd aan een brief van 13 juli 1990 van Theun de Vries aan Lagerweij-Polak, waaruit blijkt dat de schrijver/dichter De Vries, wel bij de viering aanwezig was, maar zich niets kon herinneren van een onthulling en voordracht. Er blijkt echter wel een, door Krop vervaardigde buste van Stalin te bestaan. Op de veiling van 13 oktober 2009 werd bij Botterweg Auctions een ebbenhouten sculptuur (19 cm hoog) aangeboden met de titel: “Stalinbuste”. Het beeld is gemerkt met de inscriptie ‘HLK’.

bron: De GPOe op de Overtoom, Igor Cornelissen, 1989

 


Stalinbuste 

Mo 42 – Monument voor de onbekende politieke gevangene, Steenwijk

Hildo Krop Museum, Steenwijk

1952

maquette monument voor de onbekende politieke gevangene - foto: lagerweij-polak


freedom of religion - wandelende jood - gips - foto: loek van vlerken 28.08.2017
Freedom of Religion 
freedom of fear - man met kind - gips - foto: loek van vlerken 28.08.2017
Freedom of Fear
freedom of speech - vrouw aan martelpaal - gips - foto: loek van vlerken 28.08.2017
Freedom of Speech
politieke gevangene - gips (voorzijde) - foto: loek van vlerken 28.08.2017

Politieke gevangene (voorzijde)
politieke gevangene - gips - (achterzijde) - foto: loek van vlerken 28.08.2017
Politieke gevangene (achterzijde)

Sokkel waarop vijf pijlers, de continenten die een aardbol dragen, waaraan vijf twijgen ontspruiten, bekroond met een zittend vrouwfiguur; ‘Moeder Aarde’
1. Freedom of fear
2. Freedom of religion
3. Freedom of speech
4. Freedom of want
5. Geknield liggende, geboeide man: ‘het symbool van de politieke gevangene’

De aardbol en figuren gedacht in brons, de rest in natuursteen.
Het geheel is een omwerking van het niet uitgevoerde Churchill-monument (Mo 37) uit 1949, waarbij ‘Het herstel van het land’ is vervangen door ‘het symbool van de politieke gevangene’.
Niet uitgevoerd.

In 1951 werd een internationale prijsvraag voor een ‘Monument voor de Onbekende Politieke Gevangene’ uitgeschreven door het Institute of Contemporary Arts in Londen. Voor dit concours werkte Hildo Krop zijn Churchill-monument om met handhaving van de vier deviezen van het Atlantic Charter, maar in plaats van het onderdeel ‘Herstel van het Land’ kwam als symbool van de politieke gevangene een geknield liggende, geboeide man. Het standbeeld van Churchill werd vervangen door een wereldbol, waarop een Moeder Aarde rust.
Krop maakte van enkele beelden, Wandelende Jood, vrouw met kind (werd man met kind) en vrouw aan martelpaal, nieuwe schetsen in gips. Op de voet van het nieuw ontworpen beeld van de geboeide man staat een inscriptie in het Latijn:
SI FRACTUS ILLABATUR ORBIS, IMPAVIDUM FERIENT RUINAE
(indien het hemelgewelf breekt en instort, dan zullen de brokstukken hem, onverschrokken, treffen). Deze gipsen schetsen bevinden zich in het Hildo Krop Museum te Steenwijk.

De verschillende ingezonden ontwerpen werden in december 1952 in Antwerpen en in maart/april 1953 in Londen tentoongesteld. In het voorwoord van de tentoonstellingscatalogus stond dat het monument van de onbekende politieke gevangene een eerbetoon was aan die mensen die onder verschillende politieke systemen het gewaagd hadden hun vrijheid en hun leven te offeren voor de zaak van de menselijke vrijheid. In essentie ging het erom dat het gedenkteken zowel de slachtoffers van de Duitse concentratie- en vernietigingskampen diende te herdenken als die van de politieke zuiveringen onder Stalin in de voormalige Sovjet Unie. De realisering van het monument ging uiteindelijk niet door. De Koude Oorlog speelde hierbij een belangrijke rol.  Officieel heette het dat de geldschieter zich had teruggetrokken. De echte reden waarom het gedenkteken er niet is gekomen heeft te maken met het feit dat na de dood van Stalin in 1953, de eerste naoorlogse topconferentie tussen Oost en West plaats vond. Op deze conferentie stond de toekomst van Berlijn hoog op de agenda. Het monument kon door het Kremlin worden opgevat als provocatie en dat zou de ontspanningspolitiek bemoeilijken. De plannen voor het monument werden daarom in de ijskast gestopt.

In 1960 werd besloten de oprichting van het monument definitief niet te laten doorgaan.

bron: Voormalige concentratiekampen, Roel Hijink, 2011