a. 2 pijlerbekroningen:
1. staand lam
2. opspringend lam
Franse kalksteen, 80 cm
b. snijwerk aan deurstijlen hoofdingang:
1. slang
2. omkijkende giraffe
teakhout, 30 cm
architect: P.L. Marnette
Voor de openbare kleuterschool ‘De Boterbloem’ in de Beijerlandstraat, Amsterdam-Noord, maakte Hildo Krop aan beide zijden van de voorgevel twee lammeren: een staand en een opspringend. Ook maakte hij voor de ingang houtsnijwerk aan de deurstijlen. Hier koos Krop aan de rechterkant voor een giraffe met een zon en een bloem en links voor een slang met palmboom.
In Lagerweij-Polak wordt abusievelijk vermeld dat de kalkstenen lammeren verloren zouden zijn gegaan. Dit is niet juist; zowel het staand als het springend lam bekronen nog altijd de pijlers. Het Hildo Krop Museum heeft zelfs de originele gipsen modellen in de collectie.
Voor de voormalige Dongeschool in Amsterdam-Zuid maakte Hildo Krop een beeld van een lezende jongen. Deze jongen leest de roman ‘Don Quichotte’ van Cervantes. Aan de linkerzijde van de jonge lezer staat de edelman Don Quichotte van La Mancha. Aan de rechterkant staan de windmolens waarmee hij het gevecht aangaat. Het thema Don Quichotte gebruikte Krop al eerder bij schoolbeeldhouwwerk. Zowel aan de Wingerdweg (B 55a) als aan het Huismanhof (B 55b) is Don Quichotte te paard afgebeeld alsmede zijn knecht Sancho Panza op zijn ezel.
Ook maakte Krop voor deze school een trappaalbekroning, een bokkenrijder (B 77). De verblijfplaats van dit gesneden houten kunstwerk is onbekend.
De eerste echte grote opdracht van de gemeente aan Krop betrof het ontwerpen van versieringen voor het hoofdgebouw van de gemeentelijke telefoondienst aan de Herengracht 295, waarvan nu alleen nog de achterkant aan het Singel intact is. Krop beeldde boeren, mijnwerkers en bouwvakkers uit, die staan voor de moderne handel, scheepvaart, landbouw en industrie. Springende gazelles symboliseren de snelheid van de telefoon en de wapenschilden staan voor allerlei steden die door telefoonkabels met elkaar verbonden zijn.
gevelversieringen o.a. omlijsting ingang
Het Noorden: Inuit, Walrus en IJsberen
Het Oosten: Aziaat, Tijger en Ossen
Het Westen: Indiaan, Buffel en Paarden
Het Zuiden: Afrikaan, Olifant en Leeuw
kop Mercurius
land (gebouwen) en zee (zeilschepen)
mensfiguren
foto: Stadsarchief Amsterdam – fotograaf onbekend – jaren 50
De eerste echte grote opdracht van de gemeente aan Krop betrof het ontwerpen van versieringen voor het hoofdgebouw van de gemeentelijke telefoondienst aan de Herengracht 295, waarvan nu alleen nog de achterkant aan het Singel intact is. Krop beeldde boeren, mijnwerkers en bouwvakkers uit, die staan voor de moderne handel, scheepvaart, landbouw en industrie. Springende gazelles symboliseren de snelheid en figuren van een Afrikaan, Aziaat, Indiaan en Inuit verbeelden het wijde bereik van de telefoon.
Bij vernieuwing van het pand aan de Herengrachtzijde in 1954 is de gevel verloren gegaan op de ingangsomlijsting na, die herplaatst werd aan het gebouw Telefoondienst Kamerlingh Onneslaan 1.
Overigens heeft Krop de nieuwe gevel aan de Herengracht ook van een nieuw beeldhouwwerk voorzien (B 125)
a. consolebekroningen: ‘mens en elektriciteit’ mannenfiguren met bliksemmotieven gebakken aarde (ESKAF), 106/44 cm b. gevelstenen: mens en vervoer seyeniet, 30 cm c. pilasterbekroningen: koppen met bliksemmotieven gebakken aarde (ESKAF), 60 cm
architect: P.L. Marnette
Aan de Singelgracht, tegenover het begin van de Overtoom, staat het voormalige kantoorgebouw van de Gemeentetram, ontworpen door de Publieke werkenarchitect P.L. Marnette. In 1920 besloot de gemeenteraad van Amsterdam tot het bouwen van dit pand omdat het kantoorpersoneel van de Gemeentetram te talrijk was geworden om in het oude kantoor te herbergen. Door de bouw van het nieuwe kantoorpand op deze plek gingen de plannen om de Overtoom als verkeersader naar de binnenstad te laten fungeren niet door. Er waren namelijk ideeën om de Leidsegracht te dempen, zodat je via de Overtoom en de gedempte Leidsegracht snel in het centrum te komen. Door de bouw van dit dienstgebouw van de Gemeentetram is dus de Leidsegracht, een karakteristiek stukje Amsterdam behouden gebleven. Het gebouw is nog precies hetzelfde als in december 1923, toen het in gebruik werd genomen. De Gemeentetram is echter al jaren geleden uit het pand vertrokken. De reliëfs van Hildo Krop op de pilasters van de beneden verdieping hebben betrekking op de geschiedenis van de mens en zijn vervoersmiddelen: van draagkoets, ridders te paard, omnibus tot trekschuit, met daartussen mannenfiguren met bliksemmotieven (elektrische tram). Dit laatste symbool komt aan de gevel veelvuldig voor. Rondom het gebouw staan hele rijen mannenfiguren met gestrekte armen voor elektrische bliksemschichten en aan de voorgevel mannenkoppen die net met hun neuzen boven de bliksemmotieven uitkomen en het elektriciteitssymbool met hun handen omklemmen. Boven de hoofdingang komt het elektriciteitssymbool nog één keer terug bij de gevelsteen met de knielende man. Aan beide kanten van de hoofdingang zijn ook nog hoeksteentjes te vinden van een ploegende boer achter zijn paard, als herinnering aan vervlogen tijden zonder elektriciteit. Aan de achterzijde van het pand komen de consolestenen van de voorkant terug in een serie van 11 stuks in gelid.