Hildo Krop beheerste het hakken in verschillende steensoorten, hoewel dat niet voor een beeldhouwer vereist was. Het beeldhouwwerk werd meestal gehakt door uitvoerders. Bij de bouw van de HBS aan de Amsterdamse Zocherstraat wilden de steenhakkers niet geloven dat Krop in staat was zijn ontwerpen zelf uit te voeren. Krop ging een weddenschap aan en won. Hij hakte – taille directe – in korte tijd twee koppen in de harde steensoort syeniet. Het was de aanleiding tot een serie vrij werk in dit harde gesteente. Een van de beelden was dit meisjeskopje in de elegante Art Nouveau-stijl.
Het is voor een beeldhouwer niet vereist zelf te hakken in steen, omdat men vaak de beschikking heeft over uitvoerders. Hildo Krop had het hakken geleerd van zijn vriend John Rädecker en had deze werkwijze snel onder de knie. Toen zijn ontwerpen voor het beeldhouwwerk aan de HBS in de Zocherstraat werden gehouwen, wilden de hakkers niet geloven dat Krop in staat was zijn ontwerpen zelf uit te voeren. Krop ging een weddenschap aan en won. Hij hakte – taille-directe – in korte tijd twee koppen in hardsteen: het beeldje ‘Vandaag en morgen’ van 50 cm hoog en deze ‘Twee koppen’. Beide beeldjes bevinden zich in het Kröller-Müller museum in Otterlo.
Het is voor een beeldhouwer niet vereist zelf te hakken in steen, omdat men vaak de beschikking heeft over uitvoerders. Hildo Krop had het hakken geleerd van zijn vriend John Rädecker en had deze werkwijze snel onder de knie. Toen zijn ontwerpen voor het beeldhouwwerk aan de HBS in de Zocherstraat werden gehouwen, wilden de hakkers niet geloven dat Krop in staat was zijn ontwerpen zelf uit te voeren. Krop ging een weddenschap aan en won. Hij hakte – taille-directe – in korte tijd twee koppen in hardsteen: het beeldje ‘Twee koppen’ van 20 cm hoog en deze ‘Vandaag en morgen’.