Kunstmuseum, Den Haag
1917
foto: Hildo Krop Museum, Steenwijk
foto: Hildo Krop Museum, Steenwijk
a. ovale tafel
b. vier stoelen
c. buffet met blank glas-in-lood en snijwerk
d. spiegel
e. pianokruk
f. piano-ombouw met reliëf (faun)
g. twee fauteuils
h. kleine vierkante tafel
i. twee voetenbankjes
j. groot wollen geweven vloerkleed en twee kleine kleedjes
k. lamp
a – i. zwart gebeitst eiken hout met zwarte ebbenhouten details
j. in het midden beige, de randen zwart ment diverse kleuren
k. ijzer
diverse afmetingen
uitvoering Firma Nusink en Zoon, Amsterdam
Naast zijn werk aan het Scheepvaarthuis en zijn nieuwe baan bij Publieke Werken van de gemeente Amsterdam, zag de energieke Krop kans om voor familieleden en voor zijn eigen gezin allerlei meubelen te ontwerpen en te vervaardigen. Van een kinderledikant, stoelen en kasten tot een volledig kantoorameublement in 1915 voor zijn zwager Alfred Polak, die getrouwd was met Krop’s jongere zus Wilhelmina Hendrika (Willy). Dit viel waarschijnlijk in goede aarde, omdat Krop twee jaar later, in 1917, een compleet woonkamerameublement voor het echtpaar vervaardigde. Bijzonder bij dit ameublement is de zwart gebeitste eikenhouten ombouw voor een piano. Hiervoor sneed Krop een houten paneel met een allegorische natuurvoorstelling met als middelpunt een gehurkte faun.
Het ameublement was te zien op de tentoonstelling ‘De kunst van WENDINGEN 1918-1932’ in het Museum Flehite in Amersfoort (februari-mei 2018)
particuliere collectie
1918
ivoor, 14,8 cm
Toen Hildo Krop dit bisamratje in 1918 sneed, had het diertje nog niet de negatieve stempel van ‘schadelijk’. Het van nature in Noord-Amerika voorkomende knaagdier, ook wel muskusrat of waterkonijn genoemd, was kort daarvoor geïntroduceerd in delen van Europa. De vacht van het dier was toentertijd een erg gewild bont.
Krop beheerste vele technieken en had een nieuwe werkwijze snel onder de knie. Zo ook het snijden van ivoor. Krop leerde de techniek van de Haagse beeldhouwer Johan Altorf. In het begin van de vorige eeuw was ivoor nog een natuurproduct dat nog volop gebruikt werd. Het bewerken van olifant slagtanden en neushoorn ivoor was nog niet negatief beladen, zoals tegenwoordig. Rond 1918/1919 gebruikte hij dit materiaal een enkele keer. Naast dit bisamratje sneed Krop ook ivoren sierobjecten voor de kunstwinkel van Chris Hassoldt. Er is slechts één ivoren bijou sieraad van Krop bekend: een uit ivoor gesneden hanger met een gestileerd gezicht en profile, speciaal gesneden als cadeau voor zijn vrouw (V z.n.- hanger). De hanger bevindt zich in de collectie van het Hildo Krop Museum.
Het profiel van deze kop zou Krop ook gebruiken voor de omslag voor het juli-nummer van het tijdschrift Wendingen. Deze houtsnede is gedateerd ZOMER 1925.
De foto’s van het Bisamratje zijn gemaakt gedurende de tentoonstelling ‘De kunst van Wendingen 1918-1932’ in Museum Flehite te Amersfoort (3 februari – 21 mei 2018). Het ivoren diertje stond ook in het hierboven genoemde nummer van het tijdschrift Wendingen.
foto: Wendingen 1925 nr.2
bron: Hildo Krop Museum
particuliere collectie
1917
palmhout, 6,5 cm
Nadat Hildo Krop zijn opleiding aan de Rijksacademie van Beeldende Kunst in Amsterdam had afgesloten, maakte hij studiereizen naar Berlijn, Rome en Parijs. Eind 1912 vestigde hij zich definitief in Amsterdam. Omdat hij niet onmiddellijk opdrachten kreeg ging hij werken in de Amsterdamse meubelfabriek van Gieben waar hij zich ging bekwamen in de vervaardiging van meubelen. Van de chef d’atelier van deze meubelfabriek, A.M. Stoltz heeft Krop het houtsnijden geleerd. Deze beeldhouwer Stoltz heeft overigens later als uitvoerder veel werk voor Krop verricht.
In zijn beginperiode als kunstenaar gebruikte Krop veel hout als materiaal voor zijn kunstuitingen. In 1917 maakte hij dit egeltje uit palmhout. Een sierlijk beeldje met fraaie gestroomlijnde vormen van nog geen 7 cm groot.
De foto’s zijn gemaakt gedurende de tentoonstelling ‘De kunst van Wendingen 1918-1932’ in Museum Flehite te Amersfoort (3 februari – 21 mei 2018). De foto van het egeltje stond in 1925 afgebeeld in het tijdschrift Wendingen (jaargang 7 – nummer 2).
foto: Wendingen – 1925 nr.2
Het Hildo Krop Museum in Steenwijk is in het bezit van een gipsen voorstudie van dit egeltje: