Om het sobere gebouw van de Hoge Raad der Nederlanden aan het Plein in Den Haag, een ontwerp van rijksbouwmeester G.C. Bremer, enige waardigheid te verlenen werd in 1939 aan zes Nederlandse beeldhouwers opdracht gegeven een beeld te maken van een Nederlandse rechtsgeleerde. Deze beelden zouden worden geplaatst langs de buitenzijde van het derde bordes. Krop werd gevraagd zijn visie te geven op Simon van Leeuwen, een 17de eeuws Leids jurist en lid van de Hoge Raad van Holland. Albert Termote, Frits van Hall, Johan Polet, Mari Andriessen en Oswald Wenckebach werden uitgenodigd om de figuren van de overige vijf juristen te maken. In 1987 werd het gebouw aan het Plein afgebroken. De beelden werden gerestaureerd en verplaatst naar een pleintje bij de Kazernestraat achter het toenmalige gebouw van de Hoge Raad.
pleintje Kazernestraat
Ook bij het pleintje bij de Kazernestraat zijn de beelden inmiddels verdwenen. In februari 2016 werd het nieuwe gebouw voor de Hoge Raad, met de zes beelden ervoor, aan de Korte Voorhout opgeleverd.
De originele gipsstudie (32 cm hoog) van het beeld van Simon van Leeuwen is aanwezig in de collectie van het Hildo Krop Museum.
gevelversiering:
3 vrouwenfiguren en één mannenfiguur, staande op consoles, boven elkaar geplaatst.
De onderste gecombineerd met kleinere figuren en tekst
Franse kalksteen, 295 cm (elk)
architect: G.C. Bremer
Voor het gebouw dat het eerste verdeelcentrum van het land was, waar ’s nachts de post per trein werd afgeleverd, maakte Hildo Krop vier gevelbeelden. Deze beelden, een man en drie vrouwen, symboliseren de route die de post aflegt. De man, het bovenste beeld, draagt een fakkel en vormt de voorhoede. Daaronder een vrouw met een duif als personificatie van de ‘luchtpost’ en een vrouw met een schip die de ‘zeepost’ symboliseert. Het onderste beeld, het dichtst bij de voorbijgangers, vertelt het meest en is zelfs voorzien van een gedicht. De vrouw houdt een spoorwissel vast en verwijst daarmee naar het postverkeer per spoor. Onder en naast haar voeten zijn vijf figuurtjes gebeeldhouwd die de werelddelen voorstellen: het figuur in het midden is Europa; rechts boven (man met lendendoek) stelt Afrika voor; daaronder Amerika, gesymboliseerd door een indiaan met hoofdtooi; aan de linkerzijde zien we van boven naar beneden Australië (rancher) en een Chinees voor Azië.
Onder de werelddeel-figuurtjes staat het volgende gedicht:
’t Verkeer, dat voren trekt over de aarde,
Gelijk de landman, ploegend zijn akker,
Schudt, zaaiend alom des geestes waarde,
De mensen in de verste uithoek wakker.
In 1997 kwam de noodzaak van het stationspostkantoor te vervallen, omdat de posterijen het spoor verruilde voor vervoer per vrachtwagen.